Woensdag 8 juli
Tot dusver onze eerste nacht “wild” camperen: ’s morgens een
sprintje door de regen naar het wc-hokje op de staanplaats (ja zo’n echte wildcampeerders
zijn we nog niet dat we ons al ergens zonder sanitaire voorzieningen durven
zetten – het was wel een wc mét electrisch vuurke en behangpapier!) en dan
verder naar het noorden. Onderweg nog een vervallen kasteel bezocht (zonder dak
in de regen, wij zijn wel stoere toeristen!) en dan maar een geschikte
activiteit gezocht om een wisselvallige dag door te komen. Het flygvapenmuseum lag op de weg en leek ons wel iets: treinen hadden we al gehad, dus een
vliegtuigmuseum kon misschien wel leuk zijn. We waren wel niet de enigen die
daar op een niet zo droge vakantiedag aan dachten. Nog nooit een half uur
aangeschoven voor ballekes-ikea-style. Soit, het museum was wel degelijk de
moeite en we weten ook weer dat die Zweden tijdens de koude oorlog meer last
hadden van de Russen dan wij blijkbaar. Dan maar verder om ’s avonds in
Nörrkoping te landen (ik krijg het hier weer van die Zweden en hun weinig
creatieve naamgeving: ik raak helemaal in de war van al die köpigs en köpings
en dergelijke). Beetje raar volk op de camping (na ons stoer wildcampeerverhaal
wilden we toch weer braaf ergens elektriciteit), maar na een fikse
avondwandeling (“de kinderen nog eens uitlaten” noemen we dat tegenwoordig) langs
de plaatselijke sportkampen – ja de meisjes voetballen hier minstens even veel
als de jongens - weer lekker onder de wol. Ons bedje in de camper begint al een
beetje thuis te worden.
Donderdag 9 juli
Richting Stockholm zijn we aan het opschuiven, maar om niet
een ganse dag in de camper te zitten hebben we weer een leuke picknickplaats
gezocht en zijn we daarna langs een natuurgebiedje aan de kust gegaan. De ‘archipel’
van Stockholm heeft een rotsige kust met heel veel eilandjes. We zijn dan ook
van eilandje naar eilandje gewandeld via wel drie hangbruggen. Leuke en niet te
lange wandeling, ideaal voor de kinderen en Robbe was precies toch al weer een
beetje moe. ’s Avonds dan eerst op een volzette camping terechtgekomen (leek
ons niet zo’n goed idee om te gaan wildcamperen in centrum Stockholm) – het bordje
‘volzet’ werd vlak voor onze neus neergezet, dan maar naar de volgende camping
waar het bordje ‘volzet’ vlak na ons werd neergezet, het laatste plaatsje was
voor ons (wel zonder elektriciteit). Veel volk op de camping, maar we stonden weer
dicht bij de speeltuin, dus dat maakte veel goed. De jongens nog “uitgelaten”
langs het strand en bed in want morgen wordt een drukke dag …
Vrijdag 10 juli
Met de tunnelbana (Arthur’s favoriete Zweedse woord) naar de
stad! Richting Djurgarden met de tram, de museumtram is nog niet op post want
die lijkt pas vanaf 11 uur te rijden. Vermits we echte museumgangers zijn en er
gisteren geen gedaan hebben, wordt het weer hoog tijd om het culturele niveau
van onze trip wat op te tillen, dus richting Skansen: de Stockholmse variant op
Bokrijk, waar ook typisch Zweedse dieren te zien zijn zoals wolven, elanden,
beren en wolverines. Gelukkig zijn er ook pannenkoeken en hotdogs – typisch Zweeds
allemaal he… Er waren ook nog coole oude autotjes om mee te rijden en zelfs een
bergtreintje dus iedereen weer blij. Tot Alain er genoeg van kreeg en besloot
dat het toch wel tijd was om ons 21ste eeuws-gewijs naar het
Toca-Boca kantoor mee te sleuren, waar ze super-coole kinder-apps maken.
Gelukkig konden we deze keer wel met de museum-tram, en dankzij mijn onfeilbare
openbaar-vervoer-instinct zaten we binnen de kortste keren met de bus en met de
metro (ekskuseer, tunnelbana) in een hippe Stockholmse buurt. Bij Toca Boca
hebben ze ons goed verwend met t-shirts, stickers, maskers, kleurplaten, …
(hint hint als Paddy dit leest), maar Robbe was toch vooral onder de indruk van
een blonde dame die zeer hippe Darth Vader schoenen aanhad. Zal er thuis eens
in zijn maat zoeken. Weer terug met de tunnenbana richting Gamla Stan (de oude
stad met het paleis die op een klein eilandje ligt) om daar het smalste
straatje en een lekkere pizza te zoeken… Moe maar voldaan (en met het voornemen
om toch maar eens langer te citytrippen naar Stockholm, vermits we nog zo veel
niet gezien en gedaan hebben) zijn we weer richting camper en bedje gegaan…
Zaterdag 11 juli
Naar het noorden gaat het vandaag, richting het Siljan-meer
dat overal als ‘typisch Zweeds’ en zeer mooi wordt beschreven… Deze keer wat
meer moeite om een leuke picknickplaats te vinden (die natuurparkjes zijn toch
niet altijd zo goed aangeduid blijkbaar), maar er was wel een super-tussenstop
voorzien: het Zweedse jernvagenmuseum (kan zijn dat ik ook deze niet helemaal
juist schrijf, ben nog niet helemaal mee met de puntjes op de ä hier)! Dolle
pret en weer zeer veel treinplezier, dat mocht ook Paddyke (Arthur zijn
bere-ikea-knuffel) niet missen dus die mocht ook mee – en was bijna daar
gebleven, gelukkig vonden we hem terug terwijl hij nog met de lego aan het
spelen was. Ook weer een superleuk museum, maar nu gaan we er toch effekes mee
stoppen denk ik. Verder richting meer dan maar, en onderweg werden we op een
soort rijdend museum getrakteerd: het is hier blijkbaar old-timer weekend op de
weg en er zijn hier behoorlijk wat old-timers. Niet van die jaren tachtig gevallen
hier, nee echt modellen van de jaren 60 en zelfs nog ouder. Leuke rit op die
manier. Op de camping aan het meer aangekomen, scheen de zon vrolijk en hebben
we een geweldige plaats gevonden voor onze camper met zicht op het meer (en ook
weer mét elektriciteit deze keer). Dat meer bleek nog mee te vallen wat
temperatuur betreft, dus hebben we ons een beetje laten gaan en zijn we er maar
in gesprongen. Leuke avondactiviteit, en de warme douche erna was ook heel
welkom.
Zondag 12 juli
Mooi weer deze morgen en super om buiten te kunnen ontbijten
met zicht op het meer. Echt een dag om ons eens goed bezig te houden buiten,
dus de fietsen nog maar eens gebruikt. We kregen hier de tip om langs het meer
te fietsen en met een bootje naar een eilandje in het meer te roeien. Dat doen
we thuis niet elke zondag natuurlijk. Alain had het niet zo op het roeibootje
en het feit dat er geen reddingsvesten waren, maar zijn roeicapaciteiten bleken
toch voldoende om ons tot aan het eiland te brengen waar we gepicknicked
hebben, en dan weer terug geroeid (tegen de golven in nu). Ik dacht dat we best
wel nog een stukje verder door het bos konden maar na een 10-tal kilometer
berg-op berg-af begon ik al wat minder te zingen en heb ik weer wat meer
respect voor de berg-op fietsende medemens. Pffffff. Een wiebel-Arthur achterop
die om de halve minuut ‘caféetjeuh - … - fopjeuh’ riep hielp ook niet echt.
Maar geen gezeur, het was een superfietstocht en we waren net voor een lokaal
buitje weer in de camper. Erna nog een lekker vleesje op de barbecue en het was
weer een geslaagde dag. Ik denk dat iedereen goed gaat slapen deze nacht om
morgen – eindelijk – echt de wildernis in te trekken. Spannend!
Reacties