Go North - van Denemarken naar Zweden

Zaterdag 4 juli

Na de luie dag van gisteren (recupereren van de lange hete rit door Duitsland… ) was het weer tijd om verder te trekken, deze keer via twee vroegere hoofdsteden van Denemarken: Odense en Roskilde. Odense was een verplichte stop on the way, want daar is hét Jernebahnemuseum (ofzo) van Denemarken gevestigd. Nog steeds een beetje nerveus om in een grote stad met ons groot masjien te manoevreren hebben we het goed gevonden (het treinmuseum lag dan ook gelukkig vlak bij het … juist, station, wat de zaken vergemakkelijkte). We hebben veel Deense treinen gezien, zelfs die van de koning en ook een slaaptrein made in Belgium (wist de gids ons te vertellen). Bij het binnenkomen mochten we een pin op de kaart spelden van waar we kwamen, wij waren blijkbaar de tweede bezoekers uit België en er staat nu dus ook een pinneke op Hasselt! Omdat we cultureel zo goed bezig waren hebben we er meteen een tweeslag van gemaakt en zijn we ook in Roskilde (via de laaaaaaaange brug) naar een museum geweest : hét vikingschipmuseum (ze hebben in de haven van Roskilde 5 vikingboten teruggevonden en weer ineen gepuzzeld in het museum, ze maken er nu ook opnieuw van die boten zoals vroeger en je kan er zelfs op een echte vikingboot gaan varen – waar we spijtig genoeg wat te laat voor waren, want stoere vikings Røbbe en Årthur hadden ons anders direct de haven rondgeroeid). Niet getreurd, we hebben dan maar onze eigen vikingboten gemaakt, die moeten we binnenkort eens uittesten. ’s Avonds zijn we dan aan de rand van de huidige hoofdstad gestrand – redelijk letterlijk dan, want de camping lag vlak langs een strand waar je 100 m de zee in kon lopen en nog maar water tot aan je knieën had – tot groot jolijt van onze vikings die meteen de kleren ook helemaal nat hadden gemaakt en in hun onderbroek weer richting camper mochten (gelukkig was er een goeie douche voorhanden). Moe maar voldaan kroop iedereen de camper in.





Zondag 5 juli

Tijd om onze culturele en treinenverkenning van Denemarken verder te zetten – deze keer in een lokale hittegolf, maar daar kunnen wij als echte vikings natuurlijk wel tegen. Met de trein zijn we naar het centrum van Kopenhagen gespoord en daar hebben we een paar klassiekers de revue laten passeren: via de citadel naar het (zeer) kleine zeemeerminnetje en met de busboot (het was warm, we hadden er toch voor betaald en onze vikings waren al moegewandeld) naar Nyhaven voor wat smørebrød (dit schrijf ik ongetwijfeld fout), frietjes en ijs via de metro (jaja, Arthur had weer een topdag!) richting … Tivoli (jaja, ook Robbe had een topdag). We hebben het beschaafd gehouden qua attrakties (zo stoer lijken die vikings van ons nu ook weer niet), maar hebben wel als echte piraten op een piratenboot gegeten. Met de trein weer richting camping en nog een dipje in de zee (het zeewater was perfect van temperatuur na een paar warme dagen hier) om weer zalig te gaan slapen in de camper (totdat we wakker werden van het onweer…).





Maandag 6 juli

Waaw, het is al maandag, time flies en we hebben al veel gezien en gedaan. Tijd om naar Zweden te gaan (daar werd door de jongens al sinds vrijdag naar gevraagd, dus dat werd tijd)! Om even uit de camper te zijn en om papa niet over de – veel te – hoge brug te laten rijden dus maar met de ferry. Dat was even snel en een leuke afwisseling! In Zweden zijn we aan de kust op zoek gegaan naar een super picknickplaats en die hebben we gevonden. Een stukje rotskust waar we fijn op konden klauteren (een echte vikingactiviteit!). Omdat we het strand de voorbije dagen zo’n topper vonden hebben we ook deze avond een plekje bij het strand gezocht. Mama is nog niet zo op dreef wat het vinden van leuke plekjes voor de camper te zetten betreft waardoor we weer op een (mega-) camping terechtkwamen. Daar was echt alles: van veeeeeeel caravans, tenten en campers tot een sauna en een grote speeltuin tot segways om mee over te camping te rollen (goed gezien want ik was een half uur aan het wandelen tot aan de receptie …) en vooral ook veel zatte Zweedse jeugd en niet te vergeten (na een kwartier met de geschilde patatjes over de camping gesleurd te hebben) een inductiekookplaat – ongetijfeld de efficiënste manier om er op een camping voor te zorgen dat er nooit iemand op die vuren kookt (hoewel Alain beweert dat dat geen probleem zou moeten zijn met onze potten???). Heb toch maar het zekere voor het onzekere genomen en het vuurtje in de camper gebruikt (en had echt geen zin om nog eens een kwartier met de geschilde patatjes te sleuren). Ondertussen had Alain ook de barbecue eindelijk een beetje aan de praat gekregen (geen sinecure bij 9 beaufort zo blijkt), waardoor we na een uur klungelen toch konden genieten van een beetje patatjes en wat half gebakken vlees. Campingleven kan toch schoon zijn he. Genoeg gezaagd, het strand en de zee waren wel de moeite (zowaar het betere duinenwerk waardoor ik me gelijk thuis voelde aan het Oostzeestrand). Iedereen weer lekker uitgewaaid het bed in. De wind kwam gelukkig uit de juiste richting waardoor we ook van de lokale vikingjeugd geen last meer hadden.




Dinsdag 7 juli

’s Morgens nog eens richting strand gewandeld (bijna verloren gelopen in de duinenbosjes maar verder wel een super activiteit om de dag goed mee te beginnen) om de zee even achter ons te laten en het binnenland te beginnen verkennen. ’s Middags ook weer de betere picknickplaats gevonden bij een meertje en toen waren er al twee vikings moe van achter in de camper. In de hoop deze keer de mega-campings te vermijden hebben we dan een plaatsje gevonden (niet op een camping) met zicht op het Vättern-meer (het tweede grootste van Zweden, na het Vänern-meer, die Zweden zijn volgens mij niet zo creatief wat naamgeving van meren betreft …). Leuke plaats hier met een fijne wandeling langs het meer, een watervalleke, wat typisch Zweedse huisjes en een nog af en toe werkende watermolen. Vermits het weer nog steeds goed was en het stadje hier op fietsafstand ligt was het tijd om de fietsen ook eens van de fietsendrager te halen! (Hebben we die niet voor niets meegebracht… ) Dat was leuk! En het hielp dat ze in het stadje hier een traditie van snoepjes maken hebben (zo van die witte stokjes met rode streepjes) – we hebben zelfs gezien hoe ze die maken (en natuurlijk er ook  een paar moeten kopen – ze smaken naar tandpasta volgens de jongens, maar ik durf er aan te twijfelen of ze zo goed voor de tanden zijn). Flink teruggefietst (met dank aan het in orde brengen van de fietsen, hoewel nog één keer ketting eraf voor Alain blijkbaar niet te vermijden was), wat gesnoept en bedje in. Het programma voor morgen zal een beetje van het weer afhangen, want het zou misschien gaan onweren, we zien wel.




Reacties