Maandag 13 juli
’s Morgens vol goeie moed langs een lokale waterval gereden (wist
ik toen veel dat er nog tientallen andere zouden volgen) waar het een beetje
spannend was om weer weg te geraken – toch een groot masjien dat van ons en met
tegenliggers op smalle wegjes niet echt evident. De jongens waren blijkbaar nog
echt moe van de fietsuitstap gisteren dus die lagen tegen de middag uitgeteld
te snurken op en aan het tafeltje. We hebben dan toch maar gepicknicked met
mooi zicht op het Siljan-meer vanuit wat een zomerboerderij werd genoemd in het
brochuurke maar wat in realiteit een hotel met een aantal andere (vakantie)huisjes
bleek. We hebben daarbij ook de lokale postbode in zijn gele busje in actie
gezien: vanuit zijn camionetje – met stuur aan de verkeerde kant - levert hij
alle brieven af in de brievenbussen die voor gans het dorp / gehucht bij elkaar
gezet staan, zonder daarbij uit zijn camionetje te moeten komen. Waarschijnlijk
handiger zo, vooral in de winter. Daarna dacht ik de perfecte
overnachtingsplaats gevonden te hebben (weer dat brochuurke) in de wildernis.
Mijn euro had kunnen vallen toen de dame in de plaatselijke toeristische dienst
niet echt enthousiast leek… Na veel omwegen en uurkes rijden zijn we eindelijk
bijna waar we moeten zijn, tot we een slagboom tegenkomen die openstaat maar waar
langs vermeld staat (voor zover we Zweeds verstaan natuurlijk) dat we enkel op
gevaar van eigen leven kunnen passeren omdat het leger er schietoefeningen
houdt. Hmmm. Zo dapper zijn we dus ook weer niet, dus verder rondgezworven naar
een plekje voor de nacht. Natuurlijk rijd je dan net op een weg waar kilometers
en kilometers echt geen plekje te vinden is waar fatsoenlijk geparkeerd kan
worden (die wegen bestaan echt in de outback in Zweden!). Toch maar op de app
van den Hollander vertrouwt en ons na uren zoeken ergens langs een meer /
rivier gezet. Toch nog dapper zo van ons, deze keer zonder elektriciteit of wc
(met of zonder behangpapier). Wat er wel was, was een geweldige view en een
stuk of 80 000 muggen (moet zeggen, heb ze niet geteld, en om heel eerlijk
te zijn heb ik al erger meegemaakt in Finland en Canada, maar het waren er
genoeg om zelf en de kinderen lekker in de camper te eten en de rest van de
avond te spenderen). Tot dusver een bewogen dagje.
Dinsdag 14 juli
En jawel, toen regende het (het heeft elke dag geregend
sinds we in Zweden zijn, maar gewoonlijk een plensje links of rechts, maar nu
lijkt het serieus). Niet getreurd, toch nog maar een waterval bezocht (en
jawel, toen we aan het wandelen waren regende het net wat minder en een
waterval bezichtigen zonder nat te worden is ook niet hetzelfde). Niet de minste
waterval; de hoogste van Zweden. Ik vertelde er de kinderen meteen bij dat ze
met die waterval eens goed moeten lachen in Noorwegen, want daar hebben ze er
honderden die minstens even spectaculair zijn (en het moet gezegd op de vraag
van Robbe welke dan de hoogste waterval van België is heb ik hem op Plopsa Coo
moeten wijzen, waarop hij heel spontaan ‘ha die met die boomstammen’ – heu ik
zal misschien toch het begrip waterval nog eens moeten uitleggen). Soit, om
Zweden te eren en op waardige manier afscheid te nemen dus nog even flink ons
best gedaan en onze laatste Zweedse kronen proberen op te maken. Toen hebben we
dé shortcut van de vakantie genomen: een weg zonder asfalt (hoe s-zeg je gravel
road in fatsoenlijk Nederlands?) die ons een half uur zou besparen. Alles in de
camper rammelde. En zelfs daar geen eland of rendier te zien… Dan maar naar Noorwegen
en dat lijkt zo op het eerste zicht wel op Zweden – tot de bergen in zicht
komen! Ook nu weer niet heel veel geluk met het vinden van een slaapplaats
(zijn wij echt nog bleukes of te veeleisend?) en vermits zelfs den Hollander blijkbaar
nog nooit in deze regionen is geweest, toch maar weer op een camping gecrashed…
Woensdag 15 juli
Tja het blijft regen(achtig) en wat erger is, na een nacht
met wifi op de camping kom ik er achter dat het thuis zowat 15 graden warmer is
dan hier. Pffffff, de goesting is een beetje weg. Na een mooie tocht door berg
en dal (wat de kinderen minder lijkt te boeien) en onze eerste echte ‘vikingkerk’
onderweg (kwestie van die houten gevallen iets interessanter te maken voor de jongens)
deze keer gewoon direct naar een camping gereden die ik vooraf al had
aangestipt: langs een waterval (daar gaan we weer) met speeltuin (blijkbaar
essentieel als ze een dag in de camper hebben gezeten, hoe klein en onnozel
ook, er moet een speeltuin zijn) en … een zwembad. Super. Indien het 20 graden
warmer zou zijn. Het is zo’n 9 graden (ik overdrijf niet) en het regent. Het
heeft heel de dag geregend. Morgen gaat het ook regenen. En zelfs sneeuwen
volgens de weersvoorspelling. En thuis is het zomer. Zucht. Met twee paar
sokken onder de wol, maar wel vlak bij de waterval (op zo’n 20 meter van onze
camper, we moeten wel door het geluid allemaal om het half uur naar de wc, maar
dat nemen we er graag bij).
Donderdag 16 juli
Niet getreurd, positief blijven. Het landschap is supermooi.
(Niks tegen Zweden, maar Noorwegen wint niet alleen de waterval-competitie, ook
de landschaps-competitie wordt wat mij betreft met dikke punten gewonnen door
Noorwegen; laat die Zweden het songfestival maar.) Vandaag een dikke
toeristen-trekker op het menu: de Geirangerfjord en de bergweg er naartoe. Het
was weer aan de frisse en natte kant, maar helemaal bovenaan de weg toch even
gestopt voor de vieuw op het sneeuwlandschap en het bevroren meer. Waaw. De weg
helemaal naar beneden is met niet veel te vergelijken: van een glimp van de
fjord in de verte, tot de watervallen links en rechts, tot de toeristenbussen
die passeren bij een haarspeldbocht … Beneden vallen wel vooral de
cruiseschepen op en de toeristen die er en masse uitkomen. Omdat de fjord ook
van op het water ongeloofelijk mooi is hebben we de ferry genomen naar het
minder toeristische deel van de Geirangerfjord en van daaruit zijn we verder gereden
naar het plaatsje waar we nu staan: fjord voor de deur, sneeuw in de verte,
vleesje op de barbecue en zelfs de zon die zich af en toe laat zien. Ik heb
zelfs mijn teensletsen van onder de hoop andere schoenen weer bovengehaald
(maar het blijft fris).
Vrijdag 17 juli
Heij heij, zoals ze hier zeggen, en jawel: de zon! Dat was
weer even geleden, en als ne mens wakker wordt met zicht op de (zonnige) fjord
dan wordt ne mens blij! In al ons enthousiasme om het beste van een zonnige dag
te maken besloten we gelijk (het was wel al half elf ondertussen met die
langslapers van ons) de berg op te klimmen naar het uitkijkpunt dat er zou
moeten zijn. Dat ging goed. Voor ongeveer 150 meter. Toen viel ik vrij hard op
mijn knie (auw) en bleek het te glad door de voorbije regenachtige dagen om
verder te wandelen. Gisteren hadden we ook al problemen om de camper op het
gras te zetten door de drassigheid … Niet getreurd, iedereen aan boord en
verder op weg. Van fjord naar fjord en van berg naar berg. Dus hebben we ’s
middags maar ergens tussen twee fjorden wat gewandeld. Het is hier overal mooi
eigenlijk en dus hebben we ons picknickdeken ergens neergelegd terwijl we van
het landschap genoten. Dan verder op weg en onderweg kwamen we nog langs een
gletsjer, waar we naartoe geklauterd zijn (dat was spannend, deze keer gelukkig
zonder vallen) om onze weg verder te zetten langs enkele geweldige
uitzichtspunten, nog een ferry en een paar overdreven lange tunnels (een tunnel
van 25 kilometer is van het goede echt wat te veel). En dus zijn we nu in Flåm
terecht gekomen. Weer nen toeristen (en blijkbaar Belgen-) trekker van jeweste,
maar het is hier wel weer heel mooi: aan het fjord, omgeven door bergen die
loodrecht naar beneden lijken te gaan. Maar de hoofdattractie hier is eigenlijk
de trein. Om onze kleinste viking een plezier te doen (en het staat ook echt in
alle reisgidsen en treinboeken over mooiste treinreizen ter wereld – en we
hebben er ondertussen al heel wat in handen gehad) gaan we morgen de trein
nemen. Ben eens benieuwd.
Reacties